Een dag, week, maand, jaar uit het luie leven van een blogger
Ruim een jaar geleden kwam ik een infographic (van Socialcast) tegen, die een beeld gaf van wat je zoal doet op een dag als je met social media en communities bezig bent, ’the hectic schedule of the social media manager’. Deze Infographic gaf een treffende indruk en werd dan ook keer op keer geblogd, getweet en geretweet. Er wordt een beeld gegeven van het opstaan om 5:30 uur in de ochtend tot middernacht, met een aaneenschakeling van online activiteiten, variërend van e-mail checken tot antwoorden via diverse kanalen, publiceren, nieuws scannen, research doen, schrijven, redigeren, skype sessies houden, etc. etc. Zelf zou ik daar nog aan toevoegen, wanneer je meerdere Twitter-kanalen, Pinterest borden, Facebook pagina’s, LinkedIn groepen en vooral diverse blogs en sites onder je hoede hebt, het voortdurend updaten van plug-ins, zoeken en testen van nieuwe features, templates, koppelingen, tools en analytics. Of contact opnemen met een hostingpartij, omdat er iets met de mail is, omdat er instellingen veranderd blijken te zijn, waardoor je opeens geen beeld meer kunt uploaden, enzovoorts.
Nu ben ik geen social media manager. Ik doe er wat blogs en toegevoegde kanalen bij en dan ook nog als vrijwilligerswerk; allemaal liefdewerk-oud-papier. Daardoor merk ik dat alle handelingen buiten het daadwerkelijk vervaardigen van content zoveel van mijn schaarse tijd in beslag nemen, dat ik aan schrijven nog nauwelijks toekom.
Blogpraat
Gisteravond deed ik bij toeval weer eens mee met #blogpraat, een initiatief van Elja Daae, dat ditmaal over blogplanning ging. Interessant om te merken hoe de één zorgvuldig plant, zowel bij het verzamelen van content als bij het publiceren, waarde ander (zoals ik) voor de vuist weg schrijft wanneer het uitkomt; en alle variaties daartussen.
Toen ik bij Sanoma Uitgevers in 2005 werd aangesteld als ‘conceptmanager crossmedia’ voor twee educatieve jeugd-tijdschriften (Bobo en ZoZitDat?!) werd ik tussen neus en lippen door ook hoofdredacteur van deze twee bladen. Daar had ik toen vrijwel geen ervaring mee. Daarom kreeg ik bldndktr Rob van Vuure als coach.
Hoewel hij direct aangaf nog weinig ervaring en affiniteit met nieuwe media te hebben (wat inmiddels volledig anders is), leerde ik in een enkel gesprek en aan de hand van zijn boeken veel over het vak van tijdschriften maken, vullen met content en dit op bestendige wijze boeiend houden voor de lezers (en adverteerders). De hoofdredacteur, in zijn bewoordingen, is iets uit vervlogen tijden, we hebben nu bladenmakers nodig.
Een bladenmaker die niet bladert
Vertaal je dit naar social media, dan heb je nog steeds ‘bladenmakers’ nodig. Dat wil zeggen: iemand die begrijpt dat je vanuit een formule werkt, hoe je die formule bedenkt, uitwerkt en versterkt. Of dat nu om te bladeren media gaat, of om digitale, dat maakt niet uit. Zolang je maar begrijpt welk medium geschikt is voor welke motivatie, moment, marketing en noem nog maar een aantal woorden met een M.
Kortom, de social media manager is minder ‘manager’ dan je zou denken, maar eerder een bladenmaker die zich toelegt op sociale media. De term mediamaker ligt voor de hand. Dit is echter verwarrend, omdat de persoon in kwestie geen media maakt in de zin van initiëren of programmeren. Deze persoon maakt content en knoopt daarbij relaties aan. Hij/zij vindt, vormt en voedt communities/lezersgroepen, Het is iemand die marketing begrijpt (en bedrijft). In die zin is hij/zij toch een echte ‘maker’, maar dan met allerlei vormen van communicatie. Ik hou het nu voorlopig op bladenmaker; tenzij iemand met een betere term komt.
Dus waar een hoofdredacteur het blad, of de crossmedia-titel als doel heeft, zet de bladenmaker dit in als medium om een ander doel te bereiken. Dat kan een campagne zijn, het versterken van een merk en marketing, of bijvoorbeeld alle interactie en participatie in en om erfgoed of kunst (waarbij een museum ook één van de te gebruiken media is).
Maak een kalender
Daarbij is planning onontbeerlijk. Of het via een schema of vanuit intuïtie gaat, of je nu blogt tweet update pint of publiceert, een vorm van anticiperen, en net als een schaker een aantal zetten vooruit denken, is een vereiste. Ik doe er niet of nauwelijks aan. Op dit blog althans. Wat te merken is aan de respons, de bezoekersaantallen en de impact van wat ik schrijf. Dat kan vele malen beter. Het is dan ook iets wat ik uit amateurisme doe; uit voorliefde dus. Voor andere blogs, zoals Erfgoed 2.0 of Collectiewijzer, wordt iets meer gepland, zoals uitnodigen van vaste of gast-bloggers. Deze blogs zijn dan ook bedoeld voor mede-professionals in de erfgoedsector.
Toch zou ik daar als bladenmaker veel meer toegewijd mee aan de slag moeten gaan en grote lijnen uitzetten. Ik zou kunnen kijken naar op handen zijnde evenementen of deze zelf organiseren en erop vooruitblikken of ervan verslag doen. Op zoek gaan naar de gevoelige onderwerpen in de sector, de taboes, de knelpunten en collega’s of externen daarover laten schrijven, interviews houden. Dat zorgt voor meer dialoog en (dus) meer lezers.
Wanneer ik rubrieken/onderwerpen bedenk en daarmee de bandbreedte aangeef van waar de titel nu eigenlijk over gaat, voor wie het platform bedoeld is, helpt dat ook. Of rubrieken bedenken die zorgen voor herhaalbezoek. Rubrieken die de boel opvrolijken of juist meer diepgang geven, die al op voorhand ingevuld en geschreven kunnen worden, zodat er een hoeveelheid content klaar staat die kan worden ingezet in tijden van ‘leegte’ of tijdgebrek. Daarbij doe ik er slim aan te kijken naar wat door het jaar plaatsvindt binnen de sector, welke hoogtijdagen eraan komen, wanneer het zomer is, welk deel van de week of de dag mijn lezers het meest zullen responderen en daar mijn planning op baseren.
Via Hootsuite kwam ik bij een interessante blogpost over het belang van en social media content calendar. Er wordt kort uitgelegd wat zo’n kalender inhoudt, wat het effect is, maar ook wordt het belang van research bepleit.
In de zomermaanden zakt het bezoek aan de blogs die ik beheer steevast in. Met extra updates en acties kan ik dat maar een beetje verhelpen. Maar als de R in de maand zit, gaat het beter. Daar valt dus op te plannen.
5 maal R
Ik zou zeggen: zorg dat je bronnen op orde zijn en niet opdrogen. Doe research, zowel naar je onderwerp als naar je doelgroep/volggroep. Bedenk wat je reikwijdte is (voor wie je schrijft, waar die zich bevindt en hoe je die bereikt). Bedenk daarbij wat de (gewenste) impact is van wat je schrijft, binnen het domein waarover je schrijft. Bedenk ook hoe je binnen dat domein je autoriteit als expert vestigt. Vraag je af hoe je enerzijds respons oproept en anderzijds zelf kunt responderen. Wat is daar de beste manier voor? Hoe bouw je aan een relatie en hoe onderhoud je die? Voel je verantwoordelijk voor je onderwerp, voor je lezers en voor je leefwereld. Mijn laatste vraag aan studenten of andere toehoorders is meestal: wat ga jij doen om de wereld beter te maken? Dat motiveert. Het gaat over de relevantie van wat je doet en over de verantwoordelijkheid voor de samenleving waarbinnen jij je rol vervult. Klinkt hoogdravend, maar is een alledaagse waarheid. Het zorgt voor een relatie op een dieper niveau dan alleen wetenswaardigheden of nieuwtjes uitwisselen. Het geeft een doelstelling die zorgt voor verbondenheid. Die verbondenheid kan niet zonder regelmatig contact en updates, maar maakt de planning wel iets minder strikt. Hoewel ze heel dicht bij elkaar staan, noem ik het responderen en de verantwoordelijkheid in één adem en de relevantie apart daarvan. De eerste twee gaan over ‘samenspraak’ en de derde is een inhoudelijk-maatschappelijk argument.
In het Engels wordt dat dan 5 x R:
– Resources
– Research
– Realm / reach
– Response / responsibility
– Relevance
Zoals je ziet probeer ik vaker me beginletters een geheugensteuntje (voor mezelf) te maken; anders vergeet ik wat ik ook weer wilde zeggen.
Ik spreek hier vanuit mezelf, als bladenmaker/social media manager van de hiervoor genoemde titels. Feitelijk zijn er meer mensen bij betrokken. Ik doe het dus niet in m’n eentje, en de kanalen en titels dienen het overkoepelende doel van Stichting E30. Deze stichting zet zich in voor onder meer kennisuitwisseling onder erfgoedprofessionals; teneinde het erfgoed relevant te houden. Dat doet de stichting verder door het geven van trainingen, verzorgen van lezingen, door netwerkgesprekken, bemiddelen met stageplaatsen en experimenteren met diverse mediatoepassingen.
Wat gaan we verdienen?
Als ik op zoek ga naar adverteerders, sponsors of subsidies, kan er nog veel meer gedaan worden met genoemde titels. Immers, meer geld betekent ook meer tijd. Adverteerders betekenen ook meer impulsen op gebied van content. Aan welke content willen zij zich verbinden, op welke terreinen moet ik meer kennis bijeen brengen? Wat is er interessant aan de adverteerders, hoe vertaal ik dat naar en relateer ik het aan interessante content op het blog of in de extensies van het blog?
Bij Collectiewijzer bijvoorbeeld, is er een extra platform (Scribd) toegevoegd waar 64 onderzoeksrapporten, verslagen, scripties en handleidingen beschikbaar zijn. Aanvankelijk waren dat er ± 400, maar voor een deel konden we de toegankelijkheid niet waarborgen. De kunst is zodoende om dit allemaal wél toegankelijk te houden en tegelijk te koppelen aan actuele content en/of adverteerders die op hetzelfde terrein actief zijn. Bij dit platform zijn de gebruiksvoorwaarden een tijd geleden gewijzigd en nu moet ik op zoek naar een (gratis) alternatief voor alle pdf’s en word-documenten. Zo, dat ze ook via een e-reader te lezen zijn en zo, dat ze liefst ook kunnen worden ingebed in een blogpost of wiki-lemma. Hier zijn suggesties zeer welkom.
Halverwege de infographic staat dan nog de opbeurende zin ‘So you want to be a social media manager’. Mocht je er na alle hectiek nog zin in hebben. Dan volgt een beloningstabel, waar je opeens weer gretig van zou worden. Is die beloning, of op z’n minst een verdienmodelletje, de reden waarom we bloggen? Is dat de wortel die ons wordt voorgehouden, roem en ruime inkomsten? Of zijn we gewoon kletsmajoors met een mening, die nu en dan een podium zoeken? Bij mij is het het laatste. Niettemin zou ik er meer plezier in hebben, als ik het iets beter zou plannen. En niet, zoals nu, uit enthousiasme doe terwijl ik eigenlijk heel andere dingen op mijn todo-lijst had staan… Maar als jij, lezer, dan reageert en me een pluim geeft, of een goeie tip, kritiek waar ik wat mee kan, dan ga ik mijn best weer doen.
We willen naast geld vooral aandacht verdienen, respect, waardering. We zijn zelf een merk geworden. Een identiteit zo je wilt. We manifesteren ons, verbinden ons met inhouden, kernwaarden, meningen en mensen. Rob van Vuure schrijft: “Het is 2015, je bent merk geworden en dat betekent póétsen.” Zo is het. Rust roest en roest is stroef. Door te bloggen en daarin te variëren, vind je jezelf telkens weer een klein beetje uit. Daar word je wijzer van.
Ik ben benieuwd naar ervaringen van andere bloggers, als er überhaupt nog veel bloggers zijn. Ik ben ook benieuwd naar alternatieven voor Scribd. En ik hou me aanbevolen voor een betere term dan bladenmaker of social media manager.
Wil je op de hoogte blijven van de onderwerpen bij #Blogpraat? Volg dan de website voor o.a. de agenda en het archief.
One Reply to “Een dag, week, maand, jaar uit het luie leven van een blogger”
Dank voor een bijzonder interessant stukje, heb ik zelf ook wel wat aan