Storm en drang
Gras rilt in de wind Al heeft geen gras het koud, Waarschijnlijk nooit, dan is het alsof Een onzichtbare, ontastbare hand het beroert Uit een huiveringwekkende gedachte: Het gras wuift in mij Omdat ik bries omdat ik bang ben Dat ik omwille van een vlaag Van onstuimigheid alles en iedereen Verloochen, behalve de schim van …